20 okt 2017 | Persoonlijk

Wanneer je last hebt van prestatiedruk

Prestatiedruk is niet een onbekend begrip voor mij. Al mijn hele leven lang voel ik een bepaalde druk om te presteren. In sommige gevallen is dat niet zo erg, maar het kan ook teveel zijn. Je kunt de lat te hoog leggen voor jezelf, waardoor het averechts gaat werken. Hoeveel last heb ik van prestatiedruk? Heb ik dit ook tijdens het lopen van de marathons? En in mijn werk? Ben ik verslaafd aan het presteren of zit het in mijn karakter? In dit artikel vertel ik je hier meer over.

Het Gymnasium

Prestatiedruk kan zich op veel verschillende gebieden uiten. Zelf merkte ik het voor het eerst op tijdens mijn middelbare school. Al vanaf klas één voelde ik de behoefte om zo goed mogelijk te presteren. Ik wilde hoge cijfers halen en het beste uit mezelf halen. Ik vraag me nog steeds af voor wie ik dit wilde. Wilde ik het zelf? Omdat ik me dan beter voelde over mezelf? Deed ik het voor de omgeving? Omdat ik de beste wilde zijn? Of deed ik het voor mijn ouders om te laten zien dat ik de perfecte dochter was?

Het mooie is natuurlijk dat het me wel lukte om zo goed mogelijk te ”scoren”. Ik wist precies hoe ik mezelf kon motiveren. Er was meer dan genoeg doorzettingsvermogen en discipline. Natuurlijk had ik weleens geen zin, maar de drang om te presteren was groot genoeg. Ik had altijd motivatie om aan het werk te gaan. Op deze manier kon ik voldoen aan mijn eigen verwachtingen. De lat lag torenhoog, maar het lukte me net om dat te halen. Ondertussen merkte ik wel dat ik op mijn tenen liep.

Want tegelijkertijd wilde ik op een heel ander vlak ook presteren. Ik schaatste op landelijk niveau en trainde soms wel twee keer op een dag. Wanneer je deze twee paden naast elkaar wilt bewandelen, kost dat ontzettend veel energie. Want hoe kun je hoge cijfers halen, wanneer je de helft van de lessen moet missen door belangrijke trainingen. En hoe kun je wedstrijden winnen, als je soms een training moet overslaan vanwege een toets op school. Dat was best een lastige combinatie dus. Uiteindelijk kon ik hier ook niet mee omgaan. Het resulteerde bij mij in een eetprobleem.

Hardlopen

Helaas merk ik het ook op binnen het hardlopen. Hoewel dit niet is begonnen als iets waarin ik zou moeten presteren, is dat het toch geworden. Het begon allemaal een paar jaar geleden. Ik liep mijn eerste vijf kilometer ooit en ik won meteen een prijs. Het was maar een heel kleinschalig evenement dus zo bijzonder was het niet. Toch merkte ik meteen weer op hoe leuk het is om zo’n prestatie te leveren. Natuurlijk ging ik hiermee door! Na een vijf kilometer kwam de tien. Ook daarop wist ik bij evenementen een prijsje in de wacht te slepen. Hoewel het niet altijd zoveel voorstelt, geeft het op één of andere manier toch voldoening.

Ook in het hardlopen zie ik hetzelfde patroon als tijdens mijn middelbare school. Ik heb nooit moeite om mezelf te motiveren. Een training overslaan? Dat gebeurt nooit. Eigenlijk heb ik gewoon iets teveel doorzettingsvermogen, discipline en motivatie. Het mag soms wel wat minder.

Toen ik ging trainen voor mijn eerste marathon had ik de lat ontzettend hoog gelegd. In de trainingen liep ik 35 kilometer met een gemiddelde pace van 4:53 minuut per kilometer. Dan moest ik toch gemakkelijk 3:15 kunnen lopen op een marathon? Hoewel het mijn eerste marathon was, durfde ik daar nog niet zoveel aan te denken. Wel wist ik zeker dat ik 3:30 moest kunnen. Met dat idee stond ik ook aan de start in 2016 te Rotterdam. Mega zenuwachtig was ik, want het was warm en ik wist natuurlijk niet wat er ging komen.

Uiteindelijk begon ik te ambitieus, kon ik niet goed met de warmte en de spanning omgaan en stortte ik in. Dit hebben jullie allen al eens kunnen lezen. Waar het me nu vooral omgaat, is de druk die ik mezelf opleg. Nog dagen na de marathon kon ik niet genieten van het uitlopen van deze allereerste marathon in een verschrikkelijk goede tijd van 3:40. Dat is een tijd waar menig hardloper van droomt. Toch kon ik daar niet zo blij mee zijn. Ik had mijn eigen opgezette doel niet behaald. Ik had mezelf teleurgesteld. De lat lag te hoog en daar kon ik toch nooit bij?

Op zulke momenten baal ik echt van mezelf en vooral achteraf. Ik heb heel veel verdriet gehad van die dag. Waarom? Dat was toch helemaal niet nodig? Ik had mezelf zoveel prestatiedruk opgelegd dat ik het eigenlijk nooit waar kon maken. Gelukkig leer ik daar weer van, maar ik merk dat die prestatiedruk niet helemaal weggaat. Ook de tweede keer in Rotterdam en afgelopen maand in Berlijn wilde ik een goede prestatie neerzetten. Dat ik in Berlijn een minuut sneller was dan in Rotterdam vond een stemmetje in mij toch niet goed genoeg. Ik moet toch wel sneller kunnen? Dat laat ik weinig blijken, omdat ik niet wil luisteren naar die criticus in mij. Ik ging niet knock-out na de finish en voelde me geweldig. Het was een hele bijzondere marathon. Dat overheerst gelukkig wel! En hoe meer ik me dat besef, hoe kleiner die kritische stem wordt.

Hoe ga ik ermee om?

Ook in mijn werk en tijdens hobby’s, zoals het schrijven voor deze website, is die prestatiedruk aanwezig. De lat ligt hoog en ik wil dus ook het beste uit mezelf halen. Het heeft natuurlijk iets goeds. Je streeft altijd naar het hoogst haalbare en daardoor bereik je soms dingen, die een ander nooit zal bereiken. Toch kan het je ook ontzettend in de weg blijven zitten. Ook op sociale media merk ik dit op. Hoe kun je nou altijd de beste, leukste en snelste zijn? Dat hoeft toch helemaal niet?

Voor mij helpt het vooral om bewust de lat iets lager te leggen. Voor de marathon in New York hoor ik de prestatiedame in mijn hoofd alweer zeggen wat voor streeftijd ze heeft bedacht. Door er weinig aandacht aan te besteden en te focussen op het plezier en de bijzondere reis, lukt het me om deze tijd meer los te laten. New York is voor de beleving, de ervaring en de lol. New York is niet om een toptijd te lopen. Zeker niet na alles wat er de afgelopen weken is gebeurd. Zoals je merkt, probeer ik op deze manier heel erg op mezelf in te praten. Dit werkt, omdat ik hierdoor focus op de positieve stem in mezelf en minder op die negatieve en kritische stem. Het klinkt misschien kinderachtig of zweverig, maar het helpt echt. Positief denken én praten helpt.

Uiteindelijk zal dat willen presteren altijd in me blijven zitten. Door specifieke ervaringen leer ik er gelukkig steeds beter mee omgaan. Het streven naar het hoogst haalbare is niet verkeerd, maar de lat constant net iets te hoog leggen, levert weer negatieve gevoelens op over jezelf. Dit probeer ik zoveel mogelijk te voorkomen, zodat ik ook een keer kan genieten van een iets minder goede prestatie.

Ik ben heel benieuwd of mensen zich hierin herkennen. Op welk gebied heb je hier vooral last van? Binnen de sport, studie, werk of allemaal? Hoe ga jij om met prestatiedruk?

De foto is gemaakt door Andy Astfalck.