Trainingsfouten: ik maak ze nog te vaak. Dit lijstje van zeven kan ik allemaal afvinken. Niet allemaal heel erg om te maken, maar misschien kun je sommige toch beter voorkomen. Vandaag deel ik zeven veelgemaakte trainingsfouten door hardlopers.
1. Te snel teveel kilometers maken
Toen ik ging trainen voor mijn allereerste marathon, leek het me handig om zo snel mogelijk veel kilometers te maken. Maar of dat nou zo verstandig was? Nee! Probeer je kilometers rustig op te bouwen. Kijk eerst naar wat je lijf gewend is en probeer vervolgens rustig op te bouwen in duur. Je lijf moet wennen aan de langere inspanning. Als je te snel opbouwt, kun je heel gemakkelijk (onnodige) blessures oplopen.
2. Voeding niet aanpassen op het lopen
Wanneer je fanatiek bezig bent met hardlopen, is het verstandig ook rekening te houden met je voeding. Dat betekent niet dat je jouw hele eetpatroon moet omgooien. Toch is het verstandig om bijvoorbeeld na een zware training extra eiwitten inneemt, zodat je spieren goed en snel herstellen. Zelf heb ik dit jaren niet gedaan, maar nu merk ik wel dat ik beter herstel als ik het gebruik. Ook voor het hardlopen is het een kwestie van uitproberen wat werkt. Zo heb ik vaak genoeg de fout gemaakt dat ik teveel at van te voren. Daarnaast werken teveel vezels voor een training niet goed bij mij. Hier zul je toch wat mee moeten oefenen wanneer je fanatiek bezig bent met hardlopen.
3. Nooit iets aan core-stabiltity doen
Ik heb het jarenlang niet gedaan, maar sinds een tijdje ben ik weer goed bezig. Ik merk meteen verschil. Door de core-stability trainingen heb ik een betere en efficiëntere looptechniek. Ik heb minder snel last van kwaaltjes. Hier kun je ook lezen waarom core-stability zo belangrijk is voor hardlopers.
4. Iedere keer hetzelfde doen
Been there, done that. Ik trainde vaak dezelfde rondjes in dezelfde snelheid. Op een gegeven moment is je lichaam gewend aan deze intensiteit en deze afstand en gebeurt er weinig. Er is op deze manier weinig progressie te boeken. Nu train ik veel afwisselender, met veel verschillende intervaltrainingen, verschillende afstanden en verschillende snelheden. Nu merk ik ook dat ik mezelf verbeter en er een stijgende lijn te zien is.
5. Trainen als je ziek bent
Ik heb het vaak gedaan: trainen terwijl ik eigenlijk ziek of niet fit was. Verstandig was dat niet altijd. Inmiddels heb ik een volgende regel geleerd. Heb je klachten onder de nek? Dan kun je beter niet gaan hardlopen. Wanneer je alleen klachten boven je nek hebt, zoals: een loopneus, oorpijn of keelpijn dan kan een rustig rondje hardlopen geen kwaad. Wel zou ik aanraden je training aan te passen op hoe je lijf voelt.
6. Doorlopen met pijntjes
Ooit had ik een ingegroeide teennagel. Helemaal geen probleem zou je zeggen, maar doordat die teen zo pijnlijk was, ging ik anders lopen. Hierdoor belastte ik mijn enkel anders en kreeg ik steeds meer pijn. Ik had eigenlijk meteen even wat meer rust moeten nemen, maar ik blijf doorgaan. Hierdoor raakten deze spieren overbelast en kon ik uiteindelijk een langere tijd niets. Hetzelfde geldt voor mijn runner’s knee. Gelukkig greep ik hier net op tijd in, waardoor het uiteindelijk meeviel qua herstel. De pijn was gauw weer weg, dankzij goede oefeningen.
7. Te snelle duurlopen
En tot slot een fout die ik nog vaak maak: te snelle duurlopen. Ik vind het ontzettend moeilijk om echt rustig te lopen. Momenteel probeer ik veel op hartslag te lopen en dan kijk ik dus niet meer naar mijn snelheid. Dat is misschien nog wel beter dan bezig zijn met snelheid. Toch zijn duurlopen eerder te snel dan te rustig in mijn geval. Trainen in die lage zones is zo belangrijk! Van deze trainingsfout ben ik dus momenteel nog aan het leren.
Welke trainingsfouten heb jij weleens gemaakt? Zijn er een aantal herkenbaar voor je? Ik ben heel benieuwd!