28 sep 2018 | Hardlopen

Van vijf kilometer naar vijf keer een marathon in vijf jaar

Vorige week deelde ik een post van vier jaar geleden bij het Gardameer. Het was een vergelijkbare foto op dezelfde plek in ongeveer dezelfde periode van het jaar. Ik bedacht me wat ik die periode aan sport deed. Niks? Jawel. Ik was net begonnen met hardlopen. Maar veel verder dan vijf kilometer kwam ik eigenlijk nooit. 

Af en toe een tien kilometer, maar dan hield het ook wel op. Wel had ik in mijn hoofd om te gaan trainen voor een eerste halve marathon. Het leek me gewoon heel tof om eens een lange afstand te kunnen lopen. Ik plande deze eerste halve marathon halverwege 2015. Het leek voor mij een eindeloos stuk hardlopen, maar ik zag er wel een leuke uitdaging in.

Gedreven als ik ben, liep ik in maart al mijn eerste 20 kilometer in een training. Ik was wel klaar voor mijn eerste marathon. Moest ik echt nog wachten tot juni 2015? Ik besloot al eerder voor een halve te gaan. In mei was de Nacht van Groningen en ik kon daar mijn eerste halve marathon lopen. Wat vond ik het spannend! Ik wilde het liefst rond de 1.45.00 lopen. Dan zou ik zeker tevreden zijn. Ik had dus nooit verwacht dat ik 1.39.59 liep op mijn eerste halve marathon!

Die tweede halve marathon liep ik dus al een maand later. Het werd een PR van 1.39.23. Toen had ik nog niet het idee om deze afstand te verdubbelen. Een hele marathon lopen? Hoe dan!? Totdat ik na de zomer het zo jammer vond dat de uitdaging er alweer af was. Zal ik dan toch gewoon eens gek doen? Ik schreef me in voor de marathon van Rotterdam. Ook op het moment van inschrijven zag ik nog niet voor me hoe ik dat in vredesnaam zou gaan doen. Een paar uren achterelkaar hardlopen? Dan ben je toch gek.

In december van het jaar liep ik eerst nog mijn derde halve marathon. Het werd de halve tijdens de Ameland Adventure Run. Ik liep 1.38.0 en ik was er zo blij mee! Ondertussen was ik al druk aan het opbouwen voor mijn hele marathon. Iedere week zag ik een nieuwe uitdaging in het opbouwen van mijn duurloopjes. Ik merkte dat ik vooral het trainen voor het doel ontzettend leuk vond. Ik kwam in gebieden in Groningen waar ik nog nooit had gelopen en daagde mijn lijf iedere keer weer uit. Alles was nieuw, maar heel erg leuk. Ik zag het als één groot avontuur.

Van Rotterdam naar New York

En toen was het ineens 10 april 2016. Ik liep mijn allereerste marathon door Rotterdam en na afloop riep ik: dit doe ik nooit weer. Ik heb zoveel pijn gehad en me achteraf zo rot gevoeld. Toch begon het te kriebelen na een paar maanden. Ik wilde revanche nemen op mezelf. Ik wist zeker dat ik een marathon zou kunnen lopen, zonder die lat zo hoog te leggen. In 2016 liep ik nog meerdere wedstrijdjes, zoals een snelle 10 kilometer, de Dam tot Damloop en wederom een halve marathon.

Nog een marathon in Nederland leek me niet zo leuk. Ik koos voor Berlijn, omdat het relatief dichtbij was en wederom een vlak parcours. Toen ik begon met de trainingen, was ik bang dat ik mezelf weer zoveel druk op zou leggen. Dat zou zonde zijn, zeker omdat ik dan zo’n hele reis heb geboekt. Om de spanning er wat af te halen, schreef ik me nog een keer in voor Rotterdam. Dat betekende dat ik in 2017 twee marathons zou gaan lopen: Rotterdam in april en Berlijn in september!

Daar kwam nog eens bij dat ik halverwege het jaar te horen kreeg dat ik, in samenwerking met Vifit Sport en Runner’s World, mee mocht naar New York om daar de marathon te gaan lopen. Twee marathons in 2017 werden ineens drie en het was geweldig. Ik had er toen al vier gelopen in twee jaar tijd en al snel kreeg ik te horen dat ik in april 2018 de marathon van Londen mocht gaan lopen met TUI Sports. Dat werd mijn vijfde marathon en inmiddels ben ik iets meer dan een week verwijderd van mijn zesde marathon en tevens mijn vierde Major. Wat is dit ontzettend snel gegaan!

Hoe bouw je dat op?

Nu krijg ik bijna dagelijks de vraag: hoe bouw je dit op? Hoe kom je van die standaard vijf of tien kilometer verder? Dit is uiteindelijk echt een kwestie van gewoon doen. Natuurlijk zijn er een aantal dingen die je hierbij goed kunnen helpen.

Allereerst is het voor jezelf goed om in kaart te krijgen hoeveel je op dit moment loopt. Loop je twee keer per week? Probeer dan eerst eens drie keer per week te gaan lopen. Loop vooral niet te hard van stapel, letterlijk en figuurlijk. Je zult niet de eerste zijn, die door een blessure uit het veld wordt geslagen, terwijl je net fanatiek wilde beginnen met hardlopen. Daarom is het heel belangrijk om te luisteren naar je lijf, je trainingen in te plannen en vooral niet sneller op te bouwen dan dat je lijf aankan.

Het hielp mij heel erg om één dag per week uit te zoeken en op die dag mijn duurloopjes op te bouwen. Was eerder acht kilometer het verste wat ik kon lopen, dan probeerde ik dat met een kilometer per week te verhogen. Zo werd acht kilometer uiteindelijk 35. Het is niet in een paar weken ontstaan, maar als je iets wilt, moet je er wel mee aan de slag. Het helpt om leuke routes uit te zoeken, een goede afspeellijst aan te maken of een loopmaatje te vragen!

Naast het opbouwen van de duurlopen is ook het opbouwen van conditie en snelheid belangrijk. Dit kun je doen door tempowisselingen in je trainingen in te bouwen. Kies eens voor een intervaltraining, een temporondje of een heuveltraining. Doordat je jouw lijf uitdaagt in snelheid, zul je steeds sneller worden en ook een betere conditie krijgen.

Uiteindelijk valt het mij heel erg op, nu ik deze blog zo schrijf, dat ik een stok achter de deur nodig had. Ik schreef me gewoon in voor die marathon. Terwijl ik op dat moment echt nog niet kon geloven dat ik ooit zo ver zou gaan lopen. Het helpt dus om een doel te stellen. Wees niet te bang, want zoals de snelste marathonloper ter wereld zegt: ”No human is limited”. Je kunt het!

Vind jij het lastig om verder te komen? Wat zou je graag willen? Wat is je doel? Ik ben heel benieuwd! Laat het hieronder weten in de reacties.